Mensen vragen mij wel eens: “jij doet toch iets met duurzame inzetbaarheid?”
Ja dat klopt! Meestal leg ik in reactie op zo’n vraag kort uit wat ik doe en probeer mensen een beeld te geven van mijn werk in organisaties. Maar eigenlijk zou iedereen iets met inzetbaarheid moeten doen. Hun éigen inzetbaarheid, bedoel ik dan.
“Wat doe jij aan je inzetbaarheid?”
Veel mensen hebben daar waarschijnlijk geen antwoord op. En dat snap ik ook wel. Ze denken er niet zo bewust over na. Soms hebben ze er wel eens iets over gehoord. In de media gaat het vaak over langer doorwerken en een leven lang leren. In organisaties over bijvoorbeeld stoppen met roken, fitness, mindfulness, gezondheidschecks of loopbaanbegeleiding. Maar wat het verband is tussen die initiatieven? En het doel? En hun eigen rol daarin? Dat is meestal niet zo duidelijk.
Toch denk ik dat iedereen die werkt hier een antwoord op zou moeten hebben en actief werk zou moeten maken van zijn of haar inzetbaarheid.
Wat is eigenlijk inzetbaarheid?
Simpel gezegd, zorg je er bij inzetbaarheid voor dat je nu prettig werkt en dat in de toekomst ook kunt blijven doen. Je kunt dit zien als een weegschaal waarmee je de juiste balans creëert:
- jij bent waardevol voor jouw organisatie: je bent productief, je levert kennis en ervaring, klanten zijn blij met je en komen graag bij je terug;
- het werk is goed geregeld: het is er veilig, de sfeer is prettig, je blijft gezond;
- én jouw organisatie is waardevol voor jou: je vindt je werk leuk, je leert er iets van, je krijgt ruimte, mogelijkheden en prima voorwaarden.
Deze weegschaal helpt je steeds te bekijken of jij, je werk en je organisatie nog goed op elkaar aansluiten. De meeste mensen zijn zich daar goed van bewust op het moment dat ze solliciteren. Ze wegen dan of wat zij zelf willen en kunnen voldoende matcht met wat de organisatie hen vraagt en biedt. Maar daarna laten ze dit in het werken vaak snel los. Zonde! Inzetbaarheid is namelijk niet een eenmalig iets, maar vraagt om steeds opnieuw de balans op te maken. Ben je er langere tijd onvoldoende mee bezig, dan kan het gebeuren dat je je te laat realiseert dat je niet meer op je plek zit en waardevolle kansen hebt gemist om daar iets aan te doen.
Hoe kan het anders?
Er zijn bij inzetbaarheid twee partijen betrokken: de medewerker en de organisatie. Als medewerker begint het met het besef dat het belangrijk is om af en toe bij stil te staan bij je inzetbaarheid. Dat je je afvraagt wat ontwikkelingen in en rond het werk betekenen voor je productiviteit, kennis en vaardigheden, werkplezier, gezondheid, ambities of privé-situatie. Het helpt soms om hier eens over in gesprek te gaan met anderen: collega’s, leidinggevende of met familie of vrienden thuis. Dit kan nieuwe inzichten geven en om in actie te komen.
Als organisatie is belangrijk om je medewerkers te helpen het belang te herkennen van ‘regelmatig onderhoud’ van hun inzetbaarheid. Je biedt hen dus niet alleen een gevarieerd aanbod aan via intranet, maar gaat vooral ook actief de dialoog aan en zoekt aansluiting bij de motivatie van medewerkers. Dat helpt uiteindelijk niet alleen hen inzetbaar te houden, maar ook de organisatie!
Heeft jou organisatie ‘iets’ met inzetbaarheid? Of hebben jouw mensen daar vragen over? Wil je inzetbaarheid en de dialoog hierover steviger op de kaart zetten? Ik denk graag met je mee over hoe je dit binnen jouw organisatie realiseert. Maak een afspraak voor een gratis gesprek.